Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Leerlingen met laagopgeleide ouders vaker ondergeadviseerd

Amsterdamse leerlingen met laagopgeleide ouders worden in het afgeven van het basisschooladvies vaker ondergeadviseerd in groep 8, terwijl leerlingen met hoogopgeleide ouders juist vaker worden overgeadviseerd. Dit blijkt uit een onderzoek van OIS naar onder- en overadvisering en de doorstroom van Amsterdamse leerlingen in de onderbouw van de middelbare school. De meerderheid van alle leerlingen zit drie jaar later op de middelbare school op het niveau van hun basisschooladvies.

Vier op de tien leerlingen worden overgeadviseerd

Het basisschooladvies is een belangrijk moment in de onderwijsloopbaan van leerlingen. Op basis van dit advies wordt bepaald op welk niveau en op welke middelbare school leerlingen hun onderwijsloopbaan kunnen voortzetten. Sinds 2015 is het advies van de basisschool leidend. Leerlingen maken hierna wel nog de Centrale Eindtoets. Wanneer het toetsadvies lager uitvalt dan het schooladvies spreken we van overadvisering. In Amsterdam worden ruim vier op de tien basisschoolleerlingen overgeadviseerd. Zestien procent van de leerlingen in groep 8 haalt een hoger toetsadvies dan het schooladvies en lijkt daarmee te zijn ondergeadviseerd. De kans op overadvisering is groter voor leerlingen met hoogopgeleide ouders en op scholen met veel leerlingen met hoogopgeleide ouders, terwijl de kans op onderadvisering het grootst is voor leerlingen met laagopgeleide ouders en op scholen met weinig leerlingen met hoogopgeleide ouders.

Onder- en overadvisering van Amsterdamse leerlingen met een havo toetsadvies naar opleidingsniveau van de ouder(s), schooljaar 2014/’15 en 2015/’16 (procenten)Onder- en overadvisering van Amsterdamse leerlingen met een havo toetsadvies naar opleidingsniveau van de ouder(s), schooljaar 2014/’15 en 2015/’16 (procenten) (Bron: CBS, bewerking OIS)

Wanneer leerlingen een hoger advies op de eindtoets halen kan het eerdere basisschooladvies door de school worden bijgesteld. Het aandeel leerlingen dat een bijgesteld advies krijgt is gestegen: in schooljaar 2014/’15 kregen drie op de tien ondergeadviseerde leerlingen een bijgesteld advies, in schooljaar 2015/’16 betrof dit vier op de tien leerlingen. Het schooladvies van overgeadviseerde leerlingen kan nooit naar beneden toe worden bijgesteld.

Driekwart van de leerlingen zit in derde klas op het niveau van het basisschooladvies

Driekwart van de leerlingen volgt na drie jaar hetzelfde onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs als het basisschooladvies indiceert. Het schooladvies is dus belangrijk voor het verloop van de verdere (school)loopbaan van een leerling. Ondergeadviseerde leerlingen zonder bijgesteld advies zitten drie jaar later het minst vaak op het niveau van hun advies; zij stromen relatief vaak op naar een hoger niveau. Deze leerlingen tonen aan dat zij meer aan kunnen dan wat in groep 8 is ingeschat. Van de overgeadviseerde leerlingen zit driekwart drie jaar later op het niveau van hun advies. Voor de meerderheid van deze kinderen heeft relatief hoog inzetten dus gunstig uitgepakt.

Af- en opstroom van onder- en overgeadviseerde leerlingen in Amsterdam na drie jaar, groep 8 schooljaar 2014/’15 en 2015/’16 (procenten)Af- en opstroom van onder- en overgeadviseerde leerlingen in Amsterdam na drie jaar, groep 8 schooljaar 2014/’15 en 2015/’16 (procenten) (Bron: CBS, bewerking OIS)