Basisschoolleerlingen steeds minder gesegregeerd naar school
- 13 november 2020
De segregatie in het Amsterdamse primair onderwijs verschuift: er zijn de afgelopen jaren steeds minder scholen met heel weinig leerlingen met hoogopgeleide ouders en iets meer gemengde scholen. Dat blijkt uit de Segregatiemonitor primair onderwijs 2019/’20 die OIS jaarlijks in opdracht van de afdeling Onderwijs uitvoert.
Daling aantal leerlingen op gesegregeerde scholen
Ten opzichte van zeven jaar geleden is het aandeel basisschoolleerlingen op sterk gesegregeerde scholen gedaald van 44 procent in schooljaar 2012/’13 naar 34 procent in schooljaar 2019/’20. Amsterdamse ouders zijn steeds hoger opgeleid. Het aandeel leerlingen dat naar scholen met weinig kinderen met hoogopgeleide ouders gaat is flink afgenomen (met 18 procent). Het aandeel leerlingen op scholen met veel kinderen met hoogopgeleide ouders is in diezelfde periode toegenomen (met procentpunt), maar de afgelopen jaren is dit aandeel stabiel. De samenstelling van basisscholen hangt samen met de grootte van de school. Kleine scholen hebben relatief vaak een leerlingenpopulatie met maar heel weinig kinderen van hoogopgeleide ouders.
Figuur Verdeling leerlingen over (speciale) basisscholen naar aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders, schooljaar 2012/’13-2019/’20
bron: CBS/OJZ, bewerking OIS
Woonsegregatie speelt grote rol
Woonsegregatie heeft een grote invloed op de mate van schoolsegregatie in de stad, maar daarnaast maken ouders ook verschillende schoolkeuzes binnen hetzelfde woongebied. Kinderen uit welvarende gezinnen gaan meer gesegregeerd naar school gaan omdat zij sterk gesegregeerd wonen. Dit geldt ook voor kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond en voor kinderen met een lagere sociaaleconomische score.
Zoektocht: hoe brengen we diversiteit naar migratieachtergrond goed in beeld?
Zes op de tien basisschoolkinderen in Amsterdam hebben een migratieachtergrond en vier op de tien leerlingen hebben geen migratieachtergrond. In de zoektocht naar manieren om de diversiteit onder leerlingen naar herkomst zo goed mogelijk tot uiting te laten komen, zijn in deze monitor drie nieuwe definities verkend. Hiervoor is ten eerste naar het werelddeel van de herkomstgroep gekeken. Ten tweede is naar migratiemotieven gekeken. Als laatste is naar generatie gekeken: we zien dat de meeste leerlingen met een migratieachtergrond tot de tweede generatie behoren waarvan beide ouders geboren zijn in het buitenland. Een kleiner deel behoort tot de gemengde tweede generatie waarvan één ouder in Nederland is geboren.