Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Premie heeft positief effect op uitstroom naar werk

Een bijverdienpremie in de bijstand heeft een positief effect op de uitstroom naar werk. Dat is één van de belangrijkste bevindingen uit de tussentijdse evaluatie van het Amsterdamse experiment met de bijstand. De uitstroom naar werk is bij deelnemers aan het experiment ongeveer twee keer hoger dan de uitstroom bij bijstandsgerechtigden die geen bijverdienpremie ontvangen.

Dat heeft OIS onderzocht door de groep die meedoet aan het experiment te ‘matchen’ met een groep van bijstandsgerechtigden met dezelfde kenmerken, maar die niet deelneemt aan het experiment. Het onderzoek loopt naast een grootschalig onderzoek van de HvA en UvA, en dat zich richt op de effectiviteit van de begeleiding van bijstandsgerechtigden. Het factsheet beschrijft de resultaten van deze nulmeting. Ook de inhoud van het experiment staat hierin precies omschreven.

Uit de studie naar het bijverdienen blijkt verder dat deelnemers aan het experiment vaker met parttime werk naast de uitkering starten. Uit de tussentijdse inzichten is ook geen lock-in effect waargenomen onder de deelnemers: de extra bijverdienmogelijkheid heeft er niet toe geleid dat deelnemers in de bijstand zijn gebleven.

Amsterdams experiment met de bijstand

Het Amsterdamse experiment loopt van 1 februari 2018 tot 1 maart 2021. Deelnemers ontvangen een premie als zij naast de bijstand aan het werk gaan. De premie bedraagt 50 procent van het inkomen dat zij bijverdienen, tot maximaal 200 euro per maand. Ruim 5.000 mensen hebben zich aangemeld voor de bijverdienpremie.

De belangrijkste uitkomsten uit de tussentijdse evaluatie zijn:

  • De uitstroom naar werk onder de groep deelnemers ligt met 18 procent, ruim twee keer hoger dan de uitstroom bij een vergelijkbare groep van niet-deelnemers (8 procent);
  • De uitstroomgroep met deelnemers laat in vergelijking met de reguliere uitstroom een oververtegenwoordiging zien van mensen ouder dan 50 jaar en van mensen die langer dan 2 jaar een uitkering ontvangen;
  • De duurzaamheid van de uitstroom naar werk (zes maanden of meer aaneengesloten, boven bijstandsniveau, aan het werk) verschilt nauwelijks tussen de twee groepen: 69 procent in de experimentgroep versus 71 procent in de vergelijkingsgroep.

Vervolgonderzoek

Het Amsterdamse experiment loopt door tot in 2021. In de winter van 2020/21 zal OIS daarom een tweede meting uitvoeren van de resultaten. Er zijn dan niet alleen meer deelnemers aan het experiment, maar ook de kans dat deelnemers duurzaam aan het werk (of niet) zijn is toegenomen doordat de grens daarvoor zes maanden bedraagt.