Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Relatief weinig minima in Weesp, twee derde minima wel langdurig arm

In 2018 behoorde 9,7 procent van de huishoudens in Weesp tot de minima: zij hebben een laag huishoudinkomen en weinig vermogen. Het gaat om ongeveer 850 minimahuishoudens en dit aantal tussen 2015 en 2018 stabiel gebleven.

Dit is te lezen in de factsheet Kerncijfers armoede in Weesp die OIS in opdracht van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) van de gemeente Amsterdam heeft uitgebracht. Sinds begin 2020 kunnen minima in Weesp hulp bij laag inkomen ontvangen van de gemeente Amsterdam en er was behoefte aan een overzicht van armoedecijfers voor Weesp en ontwikkelingen daarin.

Weesp telt relatief minder minimahuishoudens dan Amsterdam (18,4 procent) en de metropoolregio Amsterdam (13,0 procent). Kenmerkend voor Weesp is het hoge percentage huishoudens in de hoogste inkomensgroep en de groei daarvan in de afgelopen jaren.

De groep minimahuishoudens in Weesp mag dan relatief klein zijn, het gaat wel om huishoudens die langdurig tot de minima behoren. In de jaren 2015 t/m 2018 was twee derde van de minimahuishoudens drie jaar of langer minima. Dat is in Amsterdam ook het geval. Verder laten de cijfers zien dat een kwart van alle eenoudergezinnen tot de minima behoort en 16 procent van de alleenstaanden. Met andere woorden: onder huishoudens met één inkomen is het percentage minima bovengemiddeld. In absolute aantallen zijn de meeste minimahuishoudens alleenstaand.

Minimahuishoudens zijn ongelijk verdeeld over de stad. In Noord ligt het percentage minimahuishoudens met 15 procent duidelijk boven het gemiddelde van 9,7 procent. Binnen deze wijk valt vooral de Schildersbuurt op, waar een kwart van de huishoudens tot de minima behoort. Ook in de wijk Hogewey is sprake van relatief veel armoede (13 procent), vooral in de buurt Hogewey Zuid (17 procent).