Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Sterke groei bijstand verwacht in 2021

Sinds het begin van de coronacrisis loopt het aantal Amsterdammers dat een bijstandsuitkering ontvangt op. Waren er eind februari dit jaar nog 38.700 Amsterdamse huishoudens met een bijstandsuitkering, eind juni is dit opgelopen tot 40.500, een groei van 5 procent. Deze groei gaat naar verwachting de komende tijd door en zal in 2021 waarschijnlijk versnellen, in het meest negatieve scenario uitkomend op 50.000 bijstandsuitkeringen eind 2021.

Sterke groei bijstand

Dit blijkt uit een Amsterdamse doorrekening van de landelijke scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB) door OIS. De sterkere groei in 2021 komt onder andere doordat overheidsregelingen als TOGS, NOW, Tozo en WW-uitkeringen nu nog zorgen voor behoud van inkomen van veel werkenden in getroffen sectoren.

De instroom in de bijstand hangt samen met tal van factoren (bouwstenen). OIS heeft de belangrijkste ontwikkelingen voor elk van deze bouwstenen onderzocht en samengebracht in de factsheet Ontwikkeling bijstand in tijden van corona.

Opbouw Amsterdamse beroepsbevolking

De potentiele beroepsbevolking schematisch weergegeven

Flexwerkers kwetsbaar

Een belangrijke bouwsteen is de samenstelling van de werkzame beroepsbevolking. Van de 469.000 werkende Amsterdammers tussen 15 en 74 jaar hebben er 113.000 (24 procent) een flexibel of tijdelijk contract (2019). Deze werkenden hebben relatief weinig baanzekerheid en zijn dus kwetsbaar bij economische neergang.

De grootste beroepen onder flexwerkers zijn de persoonlijke dienstverlening en verkopers. Hierin werken respectievelijk 10.700 en 8.200 Amsterdammers met een flexibel contract. Beide beroepen zijn geraakt door maatregelen om het coronavirus te bestrijden. Flexwerkers maken zich dan ook het meeste zorgen over baanbehoud. Ongeveer een derde van deze groep kan bij inkomensverlies niet terugvallen op een partner: 31 procent is alleenstaand en 3 procent is alleenstaande ouder.

Werkloosheid loopt op

OIS schat dat de werkloosheid in Amsterdam in 2021 rond de 11,8 procent uitkomt, uitgaande van het meest negatieve scenario van het CPB. Dat gaat ervan uit dat de contactmaatregelen twaalf maanden zullen duren, waardoor er landelijk een werkloosheidspercentage van 9,4 procent wordt verwacht. In Amsterdam ligt de werkloosheid bijna altijd hoger. Bij een werkloosheidspercentage van 11,8 procent zijn er 59.000 Amsterdammers niet werkzaam en actief opzoek naar werk (werkloos). In 2019 was de werkloosheid nog historisch laag, toen ging het om 21.000 werklozen.

Om de instroom in de bijstand in te schatten heeft OIS een doorrekening gemaakt op basis van de werkloze beroepsbevolking. Daarbij is aangenomen dat van de werkloze beroepsbevolking 18 procent bijstand ontvangt (situatie 2019) en dat van de bijstandsontvangers naarmate de werkloosheid oploopt een groter deel tot de werkloze beroepsbevolking gaat behoren. Zij zijn vaker actief op zoek naar werk, omdat zij dichter bij de arbeidsmarkt staan dan de bijstandsontvangers in tijden van economisch hoogtij.

Geen financiële buffer

Na ontslag volgt meestal eerst een periode waarin een persoon een werkloosheidsuitkering (ww) ontvangt. Het aantal ww-uitkeringen is sinds het begin van de crisis met 50 procent gestegen tot 20.811 eind mei. Aan het einde van de looptijd van deze uitkeringen zal een deel van de ontvangers bijstand aanvragen, wanneer zij geen nieuw werk hebben gevonden en niet kunnen terugvallen op vermogen of het inkomen van een eventuele partner (een voorwaarde voor bijstand). OIS schat het percentage dat niet op vermogen of partner kan terugvallen op 38 procent, op basis van de situatie van ww-gerechtigden in december 2019.

In mei 2020 gaf één op de vijf zelfstandig ondernemers aan dat zij de financiële situatie van hun bedrijf als slecht beoordelen, een verdubbeling vergeleken met drie maanden eerder. Van de 111.000 zelfstandigen in Amsterdam (2019) hebben er ongeveer 40.000 een beroep gedaan op de tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers 1 (Tozo 1). Jonge ondernemers en ondernemers in de culturele en vervoerssector zijn hierin oververtegenwoordigd.

Ook bij deze groep is het de vraag of zij een beroep zal doen op een bijstandsuitkering als de huidige regeling afloopt. Eerst is er vanaf juni de verlenging van Tozo in de vorm van Tozo 2. Hierbij geldt wel een toets op het inkomen van de partner. OIS schat in dat 31.200 (78 procent) tozo 1 aanvragers ook in aanmerking komen voor tozo 2. Als de tijdelijke regelingen stoppen zal een deel van de zelfstandig ondernemers met inkomstenverlies waarschijnlijk aanspraak maken op bijstand. OIS schat in dat 14.700 (37 procent) tozo 1 aanvragers niet kunnen terugvallen op inkomen van een partner of op vermogen en dus in aanmerking zal komen voor een bijstandsuitkering.

De berekeningen over de werkloosheid en de instroom in de bijstand zijn gebaseerd op CPB scenario’s die in april zijn opgesteld. De situatie is echter erg veranderlijk en afhankelijk van hoe het coronavirus zich ontwikkelt en welke contact beperkende maatregelen er worden genomen. Het meest negatieve CPB scenario gaat uit van beperkende maatregelen die twaalf maanden duren. Inmiddels zijn sommige maatregelen versoepeld, maar tegelijkertijd liggen nieuwe verscherpingen in het verschiet omdat het virus weer opleeft. Een scenario waarin het virus en bijbehorende maatregelen de economie in zijn greep zullen houden lijkt daarmee reëel.