Deelnemers aan de Werkbrigade krijgen een regulier arbeidscontract bij Pantar waar zij hoofdzakelijk werken binnen opdrachten van de gemeente. Zij doen werk dat anders zou blijven liggen, zoals achterstallig onderhoud of opruimwerk in de openbare ruimte, op de gebieden ‘schoon en heel’. Ook op het gebied van leefbaarheid (‘veilig’) worden activiteiten gedaan door Werkbrigadisten. Het betreft gastvrouwen en – heren die de medewerkers van Handhaving en Toezicht als ‘extra ogen en oren op straat’ ondersteunen.

OIS onderzocht de uitstroom naar werk van de groep Werkbrigadisten, vergeleken met een groep bijstandsgerechtigden die niet aan de Werkbrigade meedeed, maar met vergelijkbare kenmerken. Het blijkt dat de uitstroom naar werk onder Werkbrigadisten 47 procent bedraagt, terwijl dit onder de vergelijkingsgroep 21 procent is. De verschillen in baankansen zijn groter voor oudere bijstandsgerechtigden en voor mensen die relatief lange tijd in de uitkering zitten (in het voordeel van de Werkbrigadisten); de Werkbrigade verhoogt de uitstroomkansen vooral voor klanten in de leeftijdsgroep van 37-56 jaar en voor klanten die al een lange periode van 5-10 jaar in de uitkering zitten. Dit zijn groepen die normaal lage kansen hebben om vanuit de Bijstand werk te vinden.

Naast deze kwantitatieve analyses zijn er interviews gehouden onder Werkbrigadisten en opdrachtgevers. Hieruit komt een positief beeld naar voren van de Werkbrigade, alhoewel vanuit deelnemers kritiek klonk op de bemiddeling naar werk (of beter gezegd: het ervaren tekort daaraan) na afloop van de Werkbrigade. Daarbij geldt de kanttekening dat de interviews zijn gehouden met de deelnemers van de eerste lichting, en dat de bemiddeling bij latere lichtingen al eerder werd ingezet.

In de winter van 2020/2021 zal OIS opnieuw een meting verrichten, waarbij wederom zal worden gekeken naar de uitstroom, maar ook naar de duurzaamheid van de uitstroom. Uitstroom naar werk is duurzaam indien men zes maanden of meer aaneengesloten aan het werk is. Dat kon in de huidige studie nog niet worden onderzocht in verband met de te korte looptijd ten tijde van de meting.